De etnische stam Tana Toraja, woonachtig op het Indonesische eiland Sulawesi, staat bekend om zijn kostbare en uitbundige begrafenisrituelen. Veel van het geld dat de stamleden verdienen, is bestemd om de doden een waardige en uitgebreide uitvaart te kunnen geven.
Bijgezet in een grot
De overledene wordt vaak eerst gebalsemd en vervolgens een tijd bewaard in of bij het huis van de familie. Net zolang totdat de familie geld genoeg heeft gespaard en de begrafenis is georgani-seerd. Dat kan soms wel maanden duren. De ceremonie neemt drie tot vijf dagen in beslag, afhan-kelijk van de status van de overledene. Als afsluiting van de afscheidsceremonie wordt de overle-dene bijgezet in een grot hoog in de steile rotsen.
Houten beeld
Hierna wordt er een houten beeld van de overledene, tau genaamd, dicht bij het lichaam geplaatst. De geest van de overleden persoon waakt zo over zijn achtergebleven familieleden.