Het leven ten volle benutten, hoe doe je dat? Maurice Wiegman (49) kwam door een spierziekte op 36-jarige leeftijd in een rolstoel terecht. Hij stond voor de keuze: ga ik lijden aan een handicap, of leven met een handicap? In zijn boek Leven is een keuze vertelt hij over zijn weg naar geluk en succes, dankzij zijn beperking.
Het eerste halfjaar na zijn diagnose was Maurice een schim, zo vertelt hij in zijn boek Leven is een keuze. Hij lag hele dagen op een matras in de woonkamer en keek vanaf die plek naar het leven waar hij even daarvoor nog deel van uit had gemaakt. De pijnmedicatie maakte hem suf en ellen-dig. Toen hij - tegen de adviezen van zijn artsen in - besloot te stoppen met die medicatie, zette hij zijn eerste stap terug naar onafhankelijkheid.
Bang om te leven
Maurice: “Ik las laatst een mooie quote: ‘Mensen zijn niet bang om dood te gaan, maar om te le-ven.’ Dat zie ik veel om me heen, dat mensen niet echt leven. Ze durven niet te vertrouwen op hun innerlijke stem of denken bij tegenspoed al gauw dat hun leven voorbij is. Feit is dat zolang je ademhaalt en zolang je hart klopt, je nog leeft. Of je nu een auto-ongeluk of kanker krijgt, je leeft nog steeds. En dan is aan jou de keuze: leef ik hiermee of lijd ik eraan? Vandaar de titel van mijn zelfhulpboek: Leven is een keuze.”
Niet te grote doelen
“Mijn beslissing om te stoppen met mijn pijnmedicatie was de beste keuze die ik ooit had kunnen maken. Mijn artsen zeiden letterlijk: ‘Dat kan niet’. Maar ik was ervan overtuigd dat er een andere manier moest zijn. De pijn bleef, maar ik kreeg mijn heldere blik terug en kon de regie over mijn leven terugpakken.” Door zijn doelen in kleine stapjes op te hakken, heeft Maurice sindsdien een hele hoop bereikt. Zo volbracht hij tot twee keer toe een halve triatlon, volledig op armkracht.
Gedachtekracht
“Wat ik geleerd heb van mijn ziekte, is hoe sterk mijn eigen gedachten zijn. Dat zie ik nu nog steeds terug in wedstrijden. Tijdens de tweede keer dat ik meedeed aan de Alpe d’HuZes stag-neerde mijn lichaam. Ik was helemaal kapot en dacht: ‘Ik moet zo ook nog naar huis’. Op dat mo-ment zag ik drie vrouwen langs de weg met pompons en kreeg ik nieuwe energie. Achteraf vroeg ik me af wat daar nou eigenlijk gebeurde. Het ene moment denk ik: ‘Ik ga falen, het lukt niet meer.’ Daarmee programmeer ik als het ware mijn lichaam om te falen. Het volgende moment zeg ik, ‘Ik kan dit, ik ben sterk’ en kan ik er weer helemaal tegenaan.”
Leef nu
“Wat er zich ook in je leven voordoet, zolang je nog ademt, is je leven nooit voorbij. Maar je moet wel durven om de regie over je leven te nemen. Een vraag die je jezelf kunt stellen is: ‘Waar ben ik bang voor? Waar ben ik nou werkelijk bang voor?’ Alles in het leven is onzeker. De zekerheid die ik nu heb, is dat mijn hart klopt en dat ik ademhaal, maar wat er zo meteen of vanavond is, daar heb ik geen idee van. Ik heb een progressieve ziekte, mijn lichaam gaat alleen maar achteruit. Daar ben ik natuurlijk in mijn hoofd ook mee bezig. Daarom is het belangrijk om zoveel mogelijk in het nu te leven. Veel kankerpatiënten maken een bucketlist als ze weten dat ze terminaal zijn. Ik zeg: Begin daar nu toch mee. Leef nu!”
Tekst: Johanna Nolet